TAFELTENNIS MACHINE IS EEN VROLIJKE FLAPUIT

Shuohan Men houdt een balletje hoog in het Drentse Wapserveen, waar ze met haar moeder woont. Foto Klaas Jan van der Weij
Als hij eerlijk is, vindt oud-bondscoach Anne Vlieg het maar niks, al die import-Chinezen die vanwege het tafeltennis naar Europa zijn gekomen of gehaald. Zit hij op het EK naar pakweg Duitsland – Portugal te kijken, ziet hij alleen maar Chinese namen op de deelnemerslijst. In Nederland hebben Li Jiao en Li Jie op die manier het tafeltennis een boost gegeven.
Om de toestroom van import-Chinezen een halt toe te roepen, werd de regel ingevoerd dat tafeltennissers na hun 18de niet meer voor een ander land mogen uitkomen. Toch gaat er nu weer een Chinese speelster voor het Nederlands team spelen: de 19-jarige Shuohan Men, die onlangs het inburgeringsexamen met succes afrondde en een Nederlands paspoort krijgt.
Alleen ligt het bij Men anders. In tegenstelling tot Li Jiao en Li Jie is ze niet vanwege het tafeltennis naar Nederland gekomen, maar herenigde ze zich op haar 13de met haar moeder. Die was een jaar eerder naar Groningen verhuisd om op de universiteit te promoveren op toegepaste taalwetenschap.
Men werd al twee keer Nederlands kampioen, vanwege de regel dat Nederlandse ingezetenen na twee jaar mogen meedoen aan een NK. Bij haar eerste titel, in 2018, was ze 17 jaar oud. Haar tweede titel behaalde ze dit jaar door in de finale titelverdedigster Kim Vermaas te verslaan.
Zo heeft het Nederlandse tafeltennis ‘zomaar’ een potentiële topper in de schoot geworpen gekregen, al laat het Nederlandse paspoort nog even op zich wachten, vertelt Men telefonisch. De procedure loopt vertraging op vanwege de coronacrisis. Geen punt. Het eerstvolgende toernooi, het WK, is al enkele malen uitgesteld en wordt op zijn vroegst eind september gespeeld. Het paspoort kan nog wel even wachten.
Men, geboren en opgegroeid in de Chinese stad Xi-an, sprak Engels noch Nederlands toen ze in Nederland aankwam. Zelfs boodschappen doen in de supermarkt was een hele opgave. In die moeizame start bood tafeltennis uitkomst. Achter de tafel hoefde ze niet te praten, alleen maar te slaan. En dat had ze haar hele jeugd al gedaan. Als lid van het provincieteam maakte ze lange dagen in de tafeltennishal. ‘Minimaal zes uur per dag, zes keer per week. Alleen op zaterdag waren we vrij.’
Op haar 14de kreeg ze bij Klimaatgroepstars in Middelstum te maken met de eigengereide Anne Vlieg, oud-bondscoach.’Kletsklatsklanderen-trainingen’ noemt hij die oefensessies van Men in China. Oftewel: alles op de automatische piloot. ‘Herhalen, patronen inslijpen, lekker makkelijk. Maar in de wedstrijden komen die patronen nooit terug.’
Tafeltennis is volgens hem misschien wel de meest complexe sport. ‘Het gaat waanzinnig snel, er zijn bijzonder veel effecten en je kunt met allerlei materialen spelen. Daarom moet je over breed een arsenaal aan slagen en tempowisselingen beschikken.’ Door al die uren training had Shuohan weliswaar een meer dan gemiddelde basistechniek en vastheid in haar spel, constateerde Vlieg, maar improviseren kon ze niet. ‘En dat terwijl het leven juist improviseren is. Kijk nu maar naar deze hele coronacrisis.’
In China was Men een van de vele duizenden talentvolle tafeltennissters, in Nederland zat ze al snel intern op Papendal om mee te trainen met de besten van het land. Elena Timina, destijds bondscoach, zag een groot verschil met de anders speelsters. ‘Als een Nederlandse tafeltennisster het niet redt, is er altijd nog een plan B. Dan pakt ze een studie op of gaat iets anders doen. Voor Shuohan stond er veel meer op het spel. Ze wilde via het tafeltennis een toekomst opbouwen in Nederland.’
Men ging op haar 14de voor het eerst mee naar een internationaal toernooi in Zweden, waar ze direct de halve finale haalde. ‘Dan weet je: daar zit potentie in’, zegt de huidige bondscoach Marcel Kraa. Hij typeert Men als ‘rustig en bescheiden’, maar achter de tafel ‘agressief qua spel en aanvallend ingesteld’.
Net als Vlieg zag hij dat de basistechniek ‘er in was gestampt’, maar miste haar spel finesse en variatie. ‘In China was ze gewend dat ze van bovenaf kreeg opgelegd wat ze moest doen. Wij hebben haar meer zelf laten nadenken. Het beste van twee werelden kwam bij elkaar.’
Het is door de taalbarrière lastig contact maken met Men, merkten haar coaches. Kraa: ‘Eén op één gaat het wel, maar op Papendal zaten we negen van de tien keer met een groep aan tafel. Dan kon ze zich moeilijk verstaanbaar maken. Ik dacht daardoor dat ze een beetje teruggetrokken was. Totdat ik haar op een buitenlands toernooi met andere Chinese speelster zag kwebbelen. Ze hield niet meer op.’
Vlieg heeft dezelfde ervaring. Urenlang zat hij samen met Men in de auto op weg naar wedstrijden, heel Nederland door. Steevast ging zijn pupil achterin zitten. Ze deed haar oordopjes en dan wist Vlieg al wat er ging gebeuren: twee minuten later lag Men te slapen om pas bij de eindbestemming haar ogen weer te openen.
Totdat hij haar op een dag gebood om op de passagiersstoel te komen zitten. ‘In begin kwam er geen woord uit’, herinnert hij zich. ‘Ze was verlegen, want de trainer is in de Chinese cultuur heilig. Maar toen ze eenmaal Nederlands durfde te praten, hield ze niet meer op. Dat introverte meisje bleek een vrolijke flapuit.’
Men speelt in Nederland bij de mannen van Maashorst om meer tegenstand te krijgen. Bij de vrouwen komt ze uit voor Heerlen, de landskampioen. Daar kwam ze twee jaar geleden Elena Timina weer tegen, dit keer als teamgenoot. Timina zag dat ze gegroeid was in haar spel, maar het gaat haar te ver om Men als de nieuwe Nederlandse tafeltennishoop te bestempelen.
‘Je kunt haar niet met Li Jiao of Li Jie vergelijken. Van dat niveau is ze nog ver verwijderd. Als ze een volgende stap wil maken, moet ze naar een sterkere, buitenlandse competitie.’ Ook volgens Vlieg zijn er nog veel verbeterpunten. Volgens hem heeft Men op Papendal te weinig bijgeleerd. ‘Ze moet meer power krijgen en snellere rally’s kunnen spelen. Haar spel is nog te voorspelbaar.’
Bondscoach Kraa ziet een ander scenario voor zich: ‘Het gaat denk ik niet lang duren of Shuohan komt de top-100 van de wereld binnen. Dan heb je het al snel over Europese subtop.’
En Men zelf? Zij blijft vooral bescheiden. ‘Ik wil eerst voor het Nederlands team geselecteerd worden. Daarna EK’s aan WK’s spelen.’ De Olympische Spelen zijn niet meer dan een droom voor haar. ‘Ik wil het stapje voor stapje doen.’
Als hij eerlijk is, vindt oud-bondscoach Anne Vlieg het maar niks, al die import-Chinezen die vanwege het tafeltennis naar Europa zijn gekomen of gehaald. Zit hij op het EK naar pakweg Duitsland – Portugal te kijken, ziet hij alleen maar Chinese namen op de deelnemerslijst. In Nederland hebben Li Jiao en Li Jie op die manier het tafeltennis een boost gegeven.
Om de toestroom van import-Chinezen een halt toe te roepen, werd de regel ingevoerd dat tafeltennissers na hun 18de niet meer voor een ander land mogen uitkomen. Toch gaat er nu weer een Chinese speelster voor het Nederlands team spelen: de 19-jarige Shuohan Men, die onlangs het inburgeringsexamen met succes afrondde en een Nederlands paspoort krijgt.
Alleen ligt het bij Men anders. In tegenstelling tot Li Jiao en Li Jie is ze niet vanwege het tafeltennis naar Nederland gekomen, maar herenigde ze zich op haar 13de met haar moeder. Die was een jaar eerder naar Groningen verhuisd om op de universiteit te promoveren op toegepaste taalwetenschap.
Men werd al twee keer Nederlands kampioen, vanwege de regel dat Nederlandse ingezetenen na twee jaar mogen meedoen aan een NK. Bij haar eerste titel, in 2018, was ze 17 jaar oud. Haar tweede titel behaalde ze dit jaar door in de finale titelverdedigster Kim Vermaas te verslaan.
Zo heeft het Nederlandse tafeltennis ‘zomaar’ een potentiële topper in de schoot geworpen gekregen, al laat het Nederlandse paspoort nog even op zich wachten, vertelt Men telefonisch. De procedure loopt vertraging op vanwege de coronacrisis. Geen punt. Het eerstvolgende toernooi, het WK, is al enkele malen uitgesteld en wordt op zijn vroegst eind september gespeeld. Het paspoort kan nog wel even wachten.
Men, geboren en opgegroeid in de Chinese stad Xi-an, sprak Engels noch Nederlands toen ze in Nederland aankwam. Zelfs boodschappen doen in de supermarkt was een hele opgave. In die moeizame start bood tafeltennis uitkomst. Achter de tafel hoefde ze niet te praten, alleen maar te slaan. En dat had ze haar hele jeugd al gedaan. Als lid van het provincieteam maakte ze lange dagen in de tafeltennishal. ‘Minimaal zes uur per dag, zes keer per week. Alleen op zaterdag waren we vrij.’
Op haar 14de kreeg ze bij Klimaatgroepstars in Middelstum te maken met de eigengereide Anne Vlieg, oud-bondscoach.’Kletsklatsklanderen-trainingen’ noemt hij die oefensessies van Men in China. Oftewel: alles op de automatische piloot. ‘Herhalen, patronen inslijpen, lekker makkelijk. Maar in de wedstrijden komen die patronen nooit terug.’
Tafeltennis is volgens hem misschien wel de meest complexe sport. ‘Het gaat waanzinnig snel, er zijn bijzonder veel effecten en je kunt met allerlei materialen spelen. Daarom moet je over breed een arsenaal aan slagen en tempowisselingen beschikken.’ Door al die uren training had Shuohan weliswaar een meer dan gemiddelde basistechniek en vastheid in haar spel, constateerde Vlieg, maar improviseren kon ze niet. ‘En dat terwijl het leven juist improviseren is. Kijk nu maar naar deze hele coronacrisis.’
In China was Men een van de vele duizenden talentvolle tafeltennissters, in Nederland zat ze al snel intern op Papendal om mee te trainen met de besten van het land. Elena Timina, destijds bondscoach, zag een groot verschil met de anders speelsters. ‘Als een Nederlandse tafeltennisster het niet redt, is er altijd nog een plan B. Dan pakt ze een studie op of gaat iets anders doen. Voor Shuohan stond er veel meer op het spel. Ze wilde via het tafeltennis een toekomst opbouwen in Nederland.’
Men ging op haar 14de voor het eerst mee naar een internationaal toernooi in Zweden, waar ze direct de halve finale haalde. ‘Dan weet je: daar zit potentie in’, zegt de huidige bondscoach Marcel Kraa. Hij typeert Men als ‘rustig en bescheiden’, maar achter de tafel ‘agressief qua spel en aanvallend ingesteld’.
Net als Vlieg zag hij dat de basistechniek ‘er in was gestampt’, maar miste haar spel finesse en variatie. ‘In China was ze gewend dat ze van bovenaf kreeg opgelegd wat ze moest doen. Wij hebben haar meer zelf laten nadenken. Het beste van twee werelden kwam bij elkaar.’
Het is door de taalbarrière lastig contact maken met Men, merkten haar coaches. Kraa: ‘Eén op één gaat het wel, maar op Papendal zaten we negen van de tien keer met een groep aan tafel. Dan kon ze zich moeilijk verstaanbaar maken. Ik dacht daardoor dat ze een beetje teruggetrokken was. Totdat ik haar op een buitenlands toernooi met andere Chinese speelster zag kwebbelen. Ze hield niet meer op.’
Vlieg heeft dezelfde ervaring. Urenlang zat hij samen met Men in de auto op weg naar wedstrijden, heel Nederland door. Steevast ging zijn pupil achterin zitten. Ze deed haar oordopjes en dan wist Vlieg al wat er ging gebeuren: twee minuten later lag Men te slapen om pas bij de eindbestemming haar ogen weer te openen.
Totdat hij haar op een dag gebood om op de passagiersstoel te komen zitten. ‘In begin kwam er geen woord uit’, herinnert hij zich. ‘Ze was verlegen, want de trainer is in de Chinese cultuur heilig. Maar toen ze eenmaal Nederlands durfde te praten, hield ze niet meer op. Dat introverte meisje bleek een vrolijke flapuit.’
Men speelt in Nederland bij de mannen van Maashorst om meer tegenstand te krijgen. Bij de vrouwen komt ze uit voor Heerlen, de landskampioen. Daar kwam ze twee jaar geleden Elena Timina weer tegen, dit keer als teamgenoot. Timina zag dat ze gegroeid was in haar spel, maar het gaat haar te ver om Men als de nieuwe Nederlandse tafeltennishoop te bestempelen.
‘Je kunt haar niet met Li Jiao of Li Jie vergelijken. Van dat niveau is ze nog ver verwijderd. Als ze een volgende stap wil maken, moet ze naar een sterkere, buitenlandse competitie.’ Ook volgens Vlieg zijn er nog veel verbeterpunten. Volgens hem heeft Men op Papendal te weinig bijgeleerd. ‘Ze moet meer power krijgen en snellere rally’s kunnen spelen. Haar spel is nog te voorspelbaar.’
Bondscoach Kraa ziet een ander scenario voor zich: ‘Het gaat denk ik niet lang duren of Shuohan komt de top-100 van de wereld binnen. Dan heb je het al snel over Europese subtop.’
En Men zelf? Zij blijft vooral bescheiden. ‘Ik wil eerst voor het Nederlands team geselecteerd worden. Daarna EK’s aan WK’s spelen.’ De Olympische Spelen zijn niet meer dan een droom voor haar. ‘Ik wil het stapje voor stapje doen.’